Lucerna | Olielamp
Dubbel zes! Ik win!
In de vicus, het dorp rond het castellum, leven wel 500 mensen bij elkaar. Veel meer dan in de nederzettingen van de lokale bewoners, de Cananefaten. De vicusbewoners produceren zelf nauwelijks voedsel, maar leven van ambacht en handel. Ze repareren de uitrusting van het leger in grotere werkplaatsen langs de oevers van het kanaal van Corbulo. Daar bakt het leger ook dakpannen en kogels in de steenbakkerijen.
De vicusbewoners hebben toegang tot luxe artikelen, zoals Romeins aardewerk, vissaus en wijn. Ook het gebruik van kruiden en olie, gemengd in wrijfschalen is een Romeinse gewoonte die de bewoners hebben overgenomen. Deze kruiden en andere goederen worden van ver aangevoerd.
Olielampjes brengen licht na zonsondergang. Zo kan de nieuwe middenklasse in de vicus zich ’s avonds vermaken met bord- en gokspelletjes. De vondst van schrijfstiftjes en zelfs een wasplankje laat zien dat de vicusbewoners het licht ook gebruiken om te schrijven.
Vicus
Rond het castellum ontstaat al snel een bedrijvige nederzetting, een (militaire) vicus. De soldaten zijn weliswaar binnen het fort gehuisvest, maar voor veel andere activiteiten is binnen de muren van het castellum geen plaats. Rond het castellum wordt daarom een gebied ingericht om de soldaten in alles te voorzien. Voedsel en allerhande waren zijn in de vicus in winkeltjes te koop. Drukke werkplaatsen zorgen voor kleding en de reparatie van de wapenuitrusting en herbergen leveren het nodige vertier. Ook zijn er heiligdommen en is er een plek voor theater. Vermoeide soldaten kunnen een bezoek brengen aan het badhuis.
Dit levendige kampdorp trekt natuurlijk boeren, ambachtslieden en handelaren uit de omgeving aan. Ook wonen er gepensioneerde soldaten en gezinnen van soldaten die in het castellum gelegerd zijn. Omdat in de vicus zowel veel Cananefaten als mensen uit andere gebieden komen wonen, ontstaat hier net als bij ons nu, een multiculturele samenleving.
Steenbakkerijen
Niet ver van het castellum liggen pannenbakkerijen. Hier, langs de zuidelijke oever van het kanaal worden grote hoeveelheden dakpannen, tegels, maar ook slingerkogels geproduceerd. In de vicus zijn veel halffabricaten en misbaksels van dakpannen teruggevonden. Daardoor weten we dat het om lokale productie gaat. Misbaksels transporteer je immers niet over lange afstanden.
Dat er zoveel dakpannen en ook werpkogels rond Matilo zijn gevonden, maakt dat archeologen vermoeden dat er in Matilo een bijzondere eenheid is gelegerd: Cohort XV. Waarschijnlijk zijn zij gespecialiseerd in het repareren van soldatenuitrustingen, in het maken van dakpannen en kogels of hebben zij gediend als bouwploeg.
Steenbakkerijen
Scherven vertellen een archeoloog veel. Zo geeft het aardewerk van Matilo ons informatie over het leven in de vicus. In vergelijking met de plattelandsbevolking beschikken de dorpelingen in de vicus over een groter assortiment aan Romeinse gebruiksvoorwerpen. Het servies, het keukengerei en de voorraadvaten zijn overwegend Romeins van vorm. Vooral het aardewerk in het noordelijke deel van de vicus wijst erop dat hier een soort provinciaal-Romeinse middenklasse leeft van kleine handwerkslieden en handelaren. Echt rijk zijn deze mensen niet, maar deze groep volgt wel een steeds meer Romeins aandoende levensstijl. Ze beschikken bijvoorbeeld over luxe Romeins aardewerk, terra sigillata. In het zuidelijke deel van het kampdorp, waar kleine boerderijen staan, gebruiken de bewoners meer lokaal aardewerk. Dat aardewerk is met de hand gevormd en vrij zacht gebakken. Het is veel eenvoudiger dan het industriële aardewerk van de Romeinen.
Wrijfschalen
De Romeinse keuken raakt duidelijk snel ingeburgerd in de vicus. In het kampdorp zijn namelijk veel onderdelen van wrijfschalen gevonden. Een wrijfschaal, of mortarium, is typisch Romeins. Op de ruwe bodem van de wrijfschaal kun je kruiden fijnmaken. Door deze pasta te vermengen met olie kun je hem met een schenktuitje uitschenken en zo aan gerechten toevoegen.
Olielamp
De Romeinse olielampjes die in de vicus van Matilo zijn gevonden, laten ons zien dat de dorpelingen de Romeinse levensstijl omarmen. Het gebruik van olielampjes in het huishouden wordt namelijk in onze streek geïntroduceerd door de Romeinen. De olielampjes zijn handig als je ’s avonds aan tafel nog licht nodig hebt. Bijvoorbeeld om te schrijven. De lokale bevolking op het platteland maakt nog geen gebruik van de lampjes. Zij leven ’s avonds nog steeds bij het licht van de centrale haardplaats, zoals ze dat ook voor de komst van de Romeinen doen.
Bord- en gokspellen
De Romeinen brengen nieuwe manieren om te ontspannen mee naar onze streken. Bord- en gokspelletjes zijn van oudsher zeer geliefd onder de soldaten. De lokale bevolking neemt dit tijdverdrijf al snel over. In Matilo zijn heel veel speelschijfjes en een enkele dobbelsteen teruggevonden. Doordat de Romeinen ook de olielamp introduceren, kun je ook als het donker is een spelletje spelen.
Wasplankje
De Romeinen introduceren veel nieuwe dingen in ons land. Eén van de belangrijkste is het schrift. De Romeinen schrijven met een inktpen op papyrus, perkament, of dunne vellen van boombast, maar ook met een graveerstift op een houten schrijfplankje. Op zo’n plankje voorzien van een laag was, kun je met een graveerstift tekst krassen. Doordat het plankje licht van kleur is en de was donker, is dat leesbaar. Een fout is gemakkelijk uit te wissen. Met de platte achterkant van de graveerstift strijk je de waslaag weer glad. Door het schrijfplankje dicht te klappen en te verzegelen, weet je zeker dat alleen diegene voor wie de brief bestemd is hem leest.
In Matilo zijn veel graveerstiften teruggevonden en er is zelfs een bijna compleet schrijfplankje uit de grond gekomen. De schrijfplankjes zijn belangrijk voor de militaire communicatie. Vrijwel dagelijks versturen de Romeinen berichten tussen de verschillende militaire posten.
Archeologisch Park Matilo
Tussen de wijken Roomburg en Meerburg in Leiden ligt Archeologisch Park Matilo. In het begin van onze jaartelling hebben de Romeinen hier een fort gebouwd: castellum Matilo. Dat ligt nu onder het park verborgen. Deze archeologische schatkamer is al in 1976 tot rijksmonument verklaard. In afwachting van betere archeologische technieken blijft alles voorlopig onder de grond. Om toch iets van het Romeinse verleden zichtbaar te maken, is een park aangelegd.
Middelpunt is het fort. De hoge aarden wallen met wachttorens wekken het tot leven. Over de Limesweg stap je er zo binnen. Behalve het fort en de Limesweg zijn er nog drie andere sferen die verwijzen naar het leven in en om Matilo. De lappendeken van moestuintjes verbeeldt het ooit zo grillige krekenlandschap van de Rijn. IJzeren keerwanden markeren de oevers van het kanaal van Corbulo. De afwisseling aan de kant van Roomburg doet denken aan het bruisende karakter van het kampdorp daar.
Tientallen berkenbomen verbinden de verschillende sferen met elkaar. Ze roepen herinneringen op aan het oude moerasbos. In dit Hollandse landschap plaatsen de Romeinen op strategische plekken tamme kastanjes. Die staan nu ook bij enkele kruispunten van de Limesweg in het park.
Het verhaal van Matilo
Iedereen kijkt anders. De Cananefaten, toen de bewoners van onze streek, hebben vooral oog voor hun directe omgeving. Ze maken gebruik van de natuur zoals die is. De Romeinen doen dat heel anders. Zij richten hun blik op de horizon en zetten het landschap naar hun hand. Deze twee werelden ontmoeten elkaar in Matilo. Net als in onze samenleving nu nemen zij elkaars gewoontes over en leren ze anders kijken.
De beelden in het park vertellen het verhaal van de Romeinen in Matilo. Over wat ze in onze streek aantreffen, wat ze toevoegen en veranderen en ook wat ze van de lokale bevolking overnemen. Deze website geeft verdere achtergrondinformatie over de Romeinen en de Cananefaten, over het park en het archeologische rijksmonument dat eronder verborgen ligt. En niet te vergeten over de vondsten die bij opgravingen zijn gedaan.