Romeinen hielden van tuinen. Rijke villa’s hadden prachtige siertuinen met geurige bloemen, marmeren beelden en waterpartijen. Praktischer waren de moestuinen, kruidentuinen en boomgaarden die ze bij hun woonplaatsen aanlegden, zelfs in de steden.
Daar verbouwden ze eetbare planten, geneeskrachtige kruiden en bijenplanten. Romeinen kenden namelijk nog geen suiker. Honing was een belangrijk zoetmiddel in die tijd. Bovendien plantten ze parfumplanten en mooie bloemen aan, waarvan ze bloemenkransen en -slingers maakten bij feestelijke gelegenheden.
In de Romeinse tuin in Park Matilo groeien voorbeelden van deze verschillende planten, kruiden en fruitbomen. Niet alleen planten die in Matilo zijn gevonden tijdens archeologische opgravingen, maar zoveel mogelijk verschillende soorten die de Romeinen gebruikten in Rome en daarbuiten. Ze brachten veel nieuwe gewassen naar ons land. Wist je bijvoorbeeld dat we de knoflook en de ui aan de Romeinen te danken hebben?
Venus, de godin van de vruchtbaarheid, waakt over de tuin.
De Romeinse tuin bevindt zich schuin naast de Scoutingloods aan Besjeslaan 2a, achter de grote zandbak.