Romeinse winterkruiden – workshop door Dorothee Olthof afgelopen zondag 26 januari
Verslag van enthousiast rondleider én deelnemer Bert

Voor aanvang vult de Fabrica zich met een aroma van tijm, salie, rozemarijn, munt, gember, citroen, sinaasappel, kaneel en bijenwas, die op de tafel liggen uitgestald. Verder staan er houtspanen dozen en doosjes met gedroogde kruiden: goudsbloem, boswellia (wierook), mirre, vlierbloesem, lavendel, venkel, uierbes, anijs, roos, rozenbottel, citroenmelisse, kamille, korenbloem. Ook staan er flesjes goudsbloem-, rozemarijn- en jojoba-olie. Dorothee introduceert zich bij de acht deelnemers met een korte uiteenzetting over Matilo, naar aanleiding van een vraag van een belangstellende. Dan zet zij het programma uiteen: kruidenthee maken, geneeskrachtige zalf bereiden en parfum maken. Lees verder na de foto’s…….

Bloed, slijm, gele en zwarte gal
Artsen in het oude Griekenland, zoals Hippocrates en Galenus, schreven al vele recepten op. Hun praktijken waren gebaseerd op de leer van de vier lichaamseigen humoren: bloed, slijm, gele en zwarte gal. Als deze in balans zijn, is het lichaam gezond. Overheerst een van deze, dan kan men de persoon aanmerken als sanguinisch (bloed: vurig), flegmatiek (slijm: onaangedaan), cholerisch (gele gal: opvliegend) of melancholiek (zwarte gal: zwartgallig dus). Tot op de dag van vandaag nemen leerlingen van de vrije school kennis van deze theorie.

Piskijken
Behalve met kruiden kon de balans worden hersteld door ingrepen als purgeren, vomeren (braken) of aderlaten. Van oude schilderijen is ook de ‘piskijker’ bekend, die een diagnose stelde aan de hand van de kleur (of zelfs smaak!) van urine.

Volgens de oude leer bevat elk kruid twee elementen: warm of koud en droog of vochtig. Verwarmende kruiden zijn tijm, salie, gember en kaneel. Tegen hoofdpijn en een slechte spijsvertering helpt (een kompres van) munt. Salie en tijm zijn heilzaam voor de longen. De latere uit China afkomstige sinaasappel, al dan niet in gedroogde vorm, maakt vrolijk.

Zelf aan de slag
1 Kruidenthee maken. De deelnemers stellen elk hun eigen thee samen met de aanwezige kruiden, op grond van eigen smaak en advies van Dorothee. De melanges mogen in vrolijke zakjes mee naar huis.

2 Zalf bereiden. De basis van Romeinse en middeleeuwse balsems is water of olie, waarin kruidenextracten zijn opgelost. Pas later gebeurde dit door distilleren in alcohol. Rozemarijnolie bevordert te doorbloeding; goudsbloemolie is verzorgend.

Voor calendulazalf (goed voor de huid) moet calendula een paar weken (of enkele uren au bain marie) trekken in olie. Daarna wordt dit gezeefd door een doek of koffiefilter. Om de substantie minder vloeibaar te maken, wordt het gemengd met gesmolten bijenwas. De zalf is klaar als dit is afgekoeld en gestold. De deelnemers werken volgens een recept van Galenus: met amandelolie, rozenolie en was. Volgens Dorothee is dit minstens even heilzaam voor bijvoorbeeld je handen in de winter als de bekende crème in het blauwe platte blikje met vijf witte letters.

3 Parfum maken. Aromatherapie werd zeker al toegepast door de Romeinen. Er wordt een parfum gemaakt met boswellia (wierook) en mirre, harsen die bekend zijn als geschenken van de drie wijzen aan het Christuskind, die even kostbaar waren als goud. Een middeleeuws parfum was Queen of Hungary water, waaraan een legende over deze dame is verbonden. Receptuur voor rozemarijn parfum: 3 druppels rozemarijnolie, 2 druppels citroenolie, 1 druppel sinaasappelbloesemolie, 1 druppel lavendelolie; flesje afvullen met historisch niet verantwoorde jojoba-olie.

Commentaar van jongste deelnemer Hidde: deze middag was de leukste ooit!

Je kan misschien ook genieten van:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *