Patricia Pol
Het was een drukke dag in Park Matilo 21 september. Vanaf 11 uur tenten, bar en meubilair klaarzetten, koffie en thee zetten en de Fabrica openen, zodat het feest om 13 uur kon beginnen. Wat direct nodig was, was het werven en drillen van een peloton om de inwijding van de muurschildering ordelijk en veilig te laten verlopen. Zo’n twintig Romeinse jongen en meisjes hadden zich spontaan aangemeld, maar eenmaal in volle wapenrusting werden ze streng in het gelid gecommandeerd door een houwdegen van een centurion. Het zal het aanstaande 25-jarig contract zijn geweest waarom de jongste in huilen uitbarstte, maar het vooruitzicht op vastigheid, een goed pensioen en het Romeinse burgerschap na vervulde dienst moet de rest wel hebben gemotiveerd. Ze waren trouwens snel na tweeën terug om zich op de overige activiteiten te storten.
Er was genoeg te beleven; waar het kon in Romeinse stijl uiteraard. Behalve het legioen kon je een kampvuur maken, verven met Romeinse pigmenten, brood bakken, boogschieten, op IVN-kleinebeestjessafari. Er was Romeinse muziek, een watertafel, een pipowagen met Natuur om de hoek, een fossielenstand van Naturalis, en natuurlijk de Fabrica. Ik kan me niet voorstellen dat de lezer niet begint te watertanden bij de volgende snacks: moretum (groene geitenkaas), lucaniæ (gehaktballetjes), puls punica (kaaskoek), epytherum (olijftapenade), hypotrimma (geitenkaas met dadels en veel verschillende kruiden). Wat je daarbij drinkt? Posca natuurlijk – azijnlimonade, maar dan veel lekkerder dan het klinkt en zeer dorstlessend.
De bange voortekenen van een verregende dag kwamen niet uit: het bleef bij één vroege bui, met verder veel zon. Na een massale opkomst moest er om 17 uur gesloten worden. Door het afwassen en opruimen bleef het tot zeker 18 uur onrustig.
